25/08/2019

Groet, Renate

Mijn boekenlegger zit nu halverwege het boek. Op tafel ligt Dagelijks werk, het laatste boek van Renate Dorrestein. Ik wil graag verder, maar toch ook niet. De stukjes die ik lees worden steeds kleiner: nog maar 1 of twee bladzijden per keer. Waar zit die weerstand toch in?

Als middelbare scholier las ik in de Opzij Dorresteins columns. Bij iedere regel dacht ik: ja precies zo is het! Soms riep ik dat ook hardop. Ze maakte me aan het lachen en zette me tegelijkertijd aan het denken. Haar inzichten in de menselijke natuur en de verhoudingen tussen de seksen waren scherp. Ze gaf woorden aan mijn tot dan toe vage onbehagen. Dorrestein liet me keer op keer zien dat de overtuigingen en uitgangspunten van onze maatschappij helemaal niet zo vanzelfsprekend waren als ik dacht. Zij leerde me kritisch denken en vragen stellen bij wat zogenaamd normaal of waarheid was.  

Later heb ik haar een paar keer ontmoet. Zoals zij sprak en met mensen omging: ik zag dat het mogelijk was om tegelijkertijd een feministe en lief en grappig te zijn.

Vorig jaar is Dorrestein overleden. Ze wist dat ze ziek was, en had tijd om orde op zaken te stellen. Zo liet ze Dagelijks werk achter als allerlaatste boek; een kloeke bundel met oudere, soms eerder gepubliceerde essays, columns en brieven. De teksten worden begeleid door een recente toelichting. Daarin hoor ik haar stem luid en duidelijk. Ouder en wijzer, en nog steeds scherp en grappig. Alsof ze heel dichtbij is.   

Op de achterkant van het boek staat een quote van Onno Blom: “Een ongelofelijk krachtig saluut aan haar lezers. Fantastisch.” Langzaam begin ik het te snappen. Als ik het boek uit heb, dan heb ook ik haar laatste groet ontvangen. Dan is het afscheid tussen Renate de schrijfster en mij, haar lezer als bondgenoot, definitief. En dat moment rek ik zo lang als ik kan, tot het echt niet anders kan.